Verschillende functionele stoornissen geven klachten die in aanvallen komen; daarover heeft u eerder kunnen lezen. Dissociatieve aanvallen zijn per definitie niet altijd aanwezig en ook schokken, trillen, dystonie en verlamming kunnen in aanvallen optreden. De aanpak van dit soort aanvalsgewijze klachten lijkt op elkaar, hieronder kunt u daarover lezen.  

..Tijdens de aanval verliest u de controle over uw lichaam. Het doel van de behandeling is om die controle terug te krijgen..

De meerderheid van de patiënten met een dissociatief insult heeft voorafgaand aan de aanval een bepaald gevoel of symptoom. Dit zouden we een waarschuwingsteken kunnen noemen. Ook patiënten met aanvalsgewijze functionele bewegingsstoornissen hebben soms deze waarschuwingstekenen. Dit gebeurt niet iedere keer, en ook niet alle patiënten herkennen het direct. Soms merken ze het pas als ze erop letten. Andere patiënten kunnen het na de aanval niet meer terughalen, maar soms weet een familielid of iemand uit de naaste omgeving het dan nog wel.  

Zo'n gevoel of symptoom voorafgaand aan de aanval kan erg behulpzaam zijn. Het kan worden ingezet om controle over de aanvallen te krijgen.

Tijdens een aanval verliest de patiënt totale controle over zijn lichaam. Het doel van de behandeling van dissociatieve insulten is om deze controle terug te krijgen en zo de aanvallen minder vaak, minder hevig of uiteindelijk helemaal niet meer te laten plaatsvinden.

Leren om de waarschuwingstekenen te leren kennen...

Een belangrijke recente studie naar dissociatieve insulten uit Londen laat zien welke waarschuwingstekenen er allemaal zijn. In de studie worden patiënten met dissociatieve klachten vergeleken met patiënten met epilepsie. De studie liet zien dat pijn op de borst, hartkloppingen, kortademigheid, zweten, verminderd gevoel of tintelingen en een gevoel 'gek te worden' veel voorkomen bij dissociatieve insulten.

Deze symptomen passen allemaal bij verhoogd adrenaline; een stress reactie van het lichaam. Ze worden ook vaak gevonden bij paniekaanvallen. Het zijn symptomen passend bij een zenuwstelsel in verhoogde alertheid.

  Dissociatieve aanvallen (25 patiënten) Epilepsie (19 patiënten)

Pijn op de borst

11 (44%) 1 (5%)
Hartkloppingen 15 (60%) 5 (26%)
Kortademigheid 16 (64%) 6 (32%)
Zweten 16 (64%) 6 (32%)
Verminderd gevoel/tintelingen 17 (68%) 7 (37%)
Gevoel gek te worden 11 (44%) 3 (16%)


Tabel 1. Patiënten met dissociatieve insulten hebben vaak symptomen die erop wijzen dat het zenuwstelsel in verhoogde alertheid/paraatheid is, voordat de aanval plaatsvindt. (Dit komt uit de volgende studie:  John Mellers and Laura Goldstein. Ictal symptoms of avoidance behaviour and dissociation in patients with dissociative seizures. Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry 2006;77:616-621)

Soms zijn de waarschuwingssymptomen minder opvallend. Patiënten kunnen het gevoel niet altijd goed omschrijven. Het kunnen gevoelssymptomen zijn, zoals tintelingen, maar ook meer een intern gevoel dat er iets aan gaat komen.

Soms is een dissociatief insult een manier van het lichaam om vervelende gevoels kwijt te raken. Het is niet zo dat de patiënt expres een aanval krijgt, maar de aanval helpt wel om de vervelende gevoelens en klachten (zoals de symptomen uit de tabel) kwijt te raken. In dat geval is het moeilijker om de aanvallen te stoppen, omdat de behandeling er vaak op gericht is de aanval steeds verder uit te stellen. Het is begrijpelijk dat uitstellen van een aanval moeilijker is als de gevoelens en klachten voor de aanval ondraaglijk lijken. Toch zijn er patiënten die op deze manier de aanvallen kunnen terugdringen.

Leren hoe iets te doen met de waarschuwingen

U kunt zich afvragen, hoe helpt dit allemaal?

Als u kunt herkennen welke symptomen vooraf gaan een aanval, dan is de kans het grootst dat u de controle terug kunt krijgen.

Bij de aanpak van functionele aanvallen, is het doel om winst te behalen op onderstaande doelen:

1. U krijgt meer waarschuwingssymptomen. In eerste instantie nemen de waarschuwingssymptomen vaak toe, op langere termijn worden ze korter tot ze er helemaal niet meer zijn.

2. U herkent de waarschuwingssymptomen herkent, maar er minder van schrikt. Begrip van wat er aan de hand is, zorgt ervoor dat de stressreactie van het lichaam vermindert.

3. U merkt dat de fase met waarschuwingssymptomen voorafgaand aan de aanval langer wordt. Dat is het doel van de behandeling: zorgen dat de waarschuwingsfase langer duurt u en u daar ook tegen kunt. Uiteindelijk is dan het doel dat de symptomen er wel zijn, maar er geen aanval volgt.

4. U kunt een deel van de aanvallen voorkomen. Als u heeft geleerd hoe u afleiding kunt inzetten en minder gealarmeerd wordt door de symptomen, kunt u aanvallen voorkomen.

5. U behoudt uw bewustzijn gedurende de hele aanval. Dit kan beangstigend zijn, maar als u uw bewustzijn gedurende de hele aanval behoudt, betekent dat dat u meer controle krijgt. Het is een stap in de goede richting.

© Al het materiaal op deze website staat onder copyright en mag zonder toestemming niet gekopieerd en gebruikt worden.