Algemeen
Functionele bewegingsstoornissen geven symptomen van teveel of te weinig beweging. Het kan bijvoorbeeld gaan om:
- Schokken
- Trillen
- Functionele verlamming
Het ontstaan van functionele bewegingsstoornissen heeft onder andere te maken met zaken die het zenuwstelsel fout heeft aangeleerd. Hierdoor verwachten de hersenen soms iets anders dan wat er daadwerkelijk gebeurt.
Bij iedere beweging maken de hersenen een inschatting hoeveel beweging er nodig is. Dat is gebaseerd op eerdere ervaringen en op kennis. Dat is goed te merken wanneer u een verhuisdoos oppakt waarvan u verwacht dat hij vol boeken zit, terwijl er eigenlijk handdoeken in zitten. De doos is dan veel lichter dan u verwacht en vliegt soms bijna uit uw handen. Er werd te veel beweging ingezet, omdat de inschatting (de verwachting) niet klopte.
Vaak zijn dit onbewuste verwachtingen, maar soms gaat het ook om bewuste verwachtingen van de patiënt. Een patiënt kan bijvoorbeeld al bij voorbaat denken dat een beweging waarschijnlijk pijn gaat doen of veel moeite zal kosten. Als de beweging dan wordt uitgevoerd zet het lichaam zich als het ware schrap, waardoor de bewegingen niet meer vloeiend zijn.