De meest voorkomende functionele spraak- en slikstoornissen zijn:
Onduidelijke spraak. Dit wordt meestal omschreven als een lallende spraak. Deze spraakstoornis verergert bij vermoeidheid. De neuroloog denkt daarom bij deze klachten weleens aan de diagnose Myasthenia Gravis, maar het komt zeker ook als functioneel symptoom voor.
Stotterende spraak. Stotteren kan ook ontstaan als u als kind niet gestotterd hebt. De spraak is vaak aarzelend, met hiaten in het midden van de woorden. Het komt ook voor dat in telegramstijl wordt gesproken, bijvoorbeeld zonder lidwoorden.
Woordvindproblemen. Dit probleem ligt meer in het denken, dan in de spraak. Het volgende komt voor:
- Zoeken naar woorden
- Verwisselen van woorden in een zin
- Verwisselen van letters in woorden
- Niet-bestaande woorden gebruiken.
Fluisterende/hese spraak. Deze symptomen lijken op die bij een keelontsteking, maar patiënten met functionele symptomen hebben geen zichtbare afwijkingen in hun keel. Dit wordt ook wel functionele dysfonie genoemd. Het kan wisselen in tijd en houdt soms lang aan. Zelden is er helemaal geen geluid meer hoorbaar, wat functionele afonie heet.
Slikproblemen. Patiënten met functionele neurologische symptomen kunnen het gevoel hebben dat er iets boven in de keel zit. Dit heet globusgevoel. Dit gevoel bemoeilijkt het slikken.
Zowel spraak als slikstoornissen behoren tot het specialisme Keel- Neus- en Oorheelkunde (KNO).
Waarom zijn mijn testen normaal?
Bij dit soort spraak- en slikproblemen zijn de delen van het zenuwstelsel die de spraak en het slikken regelen niet beschadigd of ontstoken, maar de functie is niet goed.
De neuroloog of KNO-arts kan meestal de diagnose stellen nadat hij uw verhaal over de klachten gehoord heeft en lichamelijk onderzoek heeft gedaan. Soms worden er ook scans afgesproken om andere oorzaken uit te sluiten.