Een functionele loopstoornis betekent dat een deel van het lichaam abnormaal beweegt tijdens het lopen, omdat het zenuwstelsel niet goed werkt. Er is geen sprake van onderliggende schade of aantasting van het zenuwstelsel.
Er zijn verschillende functionele loopstoornissen. Zoals met alle functionele stoornissen komt het afwijkende looppatroon niet doordat de patiënten expres zo loopt. De patiënt heeft geen controle over het probleem; het gebeurt onopzettelijk.
Deze soorten loopstoornissen zijn het meest voorkomend:
1. Slepen met een been of functionele verlamming van het been
Een van de meest voorkomende functionele loopstoornissen is een 'slepend' of verlamd been. Hier kunt u meer lezen over functionele verlammingen: klik hier.
Het been sleept als het ware over de grond. Vaak ziet het er niet zo dramatisch uit als op de foto's hiernaast, maar is er sprake van een milde vorm. Wel is het vaak zo dat de enkel naar buiten of naar binnen is gedraaid, zoals op de foto. Sommige mensen hebben het gevoel dat hun voet naar de grond wordt getrokken, alsof het een magneet is.
2. Plotselinge kniebuigingen (knee-buckling). Vaak komt dit samen voor met functionele zwakte/verlamming in één of twee benen. Soms komt het voor dat, door tegelijk buigen van beide knieën, mensen op de grond vallen. Het is goed om te weten dat er veel verschillende aandoeningen zijn die zwakte en doorbuigen van het kniegewricht geven. Uw arts moet die verschillende opties overwogen hebben.
3. Kleine langzame stapjes ('op ijs lopen'). Hierbij loopt iemand onzeker en met kleine stapjes. De benen voelen stijf aan en de voeten staan ver uit elkaar. Vaak gaan mensen op deze manier lopen omdat ze een keer gevallen zijn en bang zijn nog eens te vallen.
4. Waggelend lopen. Hierbij loopt iemand erg wankel en zwiept van kant naar kant. Vooral het bovenlichaam is onstabiel en de benen corrigeren voor die beweging. Het lijkt alsof de patiënt gaat vallen, maar meestal lukt wel om te blijven staan.
5. Met veel beweging lopen (hyperkinetisch). Bij deze loopstoornis maakt de patiënt veel extra bewegingen, bijvoorbeeld grote zwaaiende bewegingen met de armen of benen.
6. Gehurkt lopen. Dit is een zeldzame vorm van functionele loopstoornissen waarbij patiënten constant gehurkt lopen. Vaak gaat dit looppatroon samen met angst om te vallen.
7. Functionele problemen met staan. Patiënten hebben wel kracht in de benen, maar kunnen niet blijven staan. De diagnose wordt vaak gesteld als iemand wel kan blijven staan als hij of zij afgeleid wordt, bijvoorbeeld tijdens telefoneren.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
De diagnose wordt gesteld door een neuroloog. Zelfs neurologen moeten voorzichtig zijn met de diagnose. Het is bekend dat van alle functionele stoornissen, de loopstoornis het moeilijkste is om vast te stellen. Dat betekent niet dat het onmogelijk is de diagnose te stellen.
Kenmerken die passen bij de diagnose:
1. Typische kenmerken van een functionele tremor of verlamming bij lichamelijk onderzoek
2. Vaak opzij stappen of een looppatroon dat zeer veel energie kost
3. Achteruitlopen gaat beter dan vooruit
4. Het lopen verbetert bij een andere snelheid
5. Het lopen verbetert tijdens het luisteren van muziek
Had u voorheen een ander idee over de diagnose? Heeft u het idee dat uw klachten kunnen passen bij deze beschrijving?
Heeft u vertrouwen in de diagnose?
Het is van essentieel belang dat u het eens bent met de gestelde diagnose. Als u denkt dat de diagnose misschien niet klopt, is het moeilijk om de voorgestelde oefeningen vol te houden en er ook baat bij te hebben.
Als u geen vertrouwen hebt in de diagnose functionele loopstoornis is het goed om na te denken over de manier waarop de diagnose is gesteld. U moet voldoen aan een aantal punten van de beschrijving hierboven. Als dat zo is, waarom twijfelt u dan toch over de diagnose?
Misschien heeft het er mee te maken dat uw arts heeft geopperd dat de klachten te maken kunnen hebben met stress, of vervelende gebeurtenissen in het verleden. In dat geval is er waarschijnlijk sprake van een misverstand. We weten dat een deel van de patiënten met functionele loopstoornis stressvolle gebeurtenissen heeft meegemaakt. Deze gebeurtenissen hebben soms te maken met het ontstaan van de klachten. Maar, bij een groot deel van de patiënten is dat niet zo. Om te bepalen of u een functionele bewegingsstoornis heeft, wordt er niet gelet op stress of levenservaringen. Dat is niet relevant voor het stellen van de diagnose.