Wat is een functionele verlamming?
Bij een functionele verlamming is er zwakte in een arm of been of een deel daarvan (bijvoorbeeld een enkel), doordat het zenuwstelsel niet goed werkt. De symptomen zijn zelden blijvend. Zij worden niet veroorzaakt door schade in het zenuwstelsel.
Patiënten met functionele uitvalsverschijnselen hebben klachten die beperkend en beangstigend kunnen zijn. Er zijn problemen met lopen, een zwaar gevoel in een arm of been of men laat voorwerpen telkens vallen. Daarbij komt vaak het gevoel dat een arm of been niet normaal is.
De symptomen kunnen lijken op de symptomen bij een herseninfarct of MS. Maar bij functionele stoornissen is geen schade in het zenuwstelsel. Dit betekent dat de symptomen of klachten zeker kunnen verbeteren of zelfs verdwijnen.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
De diagnose wordt gesteld door een neuroloog. Patiënten met functionele symptomen hebben uitval in een herkenbaar patroon. Bij functionele uitvalsverschijnselen werken alle onderdelen van het zenuwstelsel afzonderlijk goed, maar er gaat iets mis in de samenwerking tussen die onderdelen.
De arts kan specifieke lichamelijke tekenen van functionele uitvalsverschijnselen vinden als ze u onderzoekt. Hieronder worden tekenen van functionele uitval beschreven. Ze helpen de arts bij het stellen van de diagnose.
1. De kracht van een arm of been zakt opeens in tijdens het onderzoek. Veel patiënten met functionele uitval merken dat de kracht van arm of been minder wordt als ze meer hun best doen.
2. Hoover's teken. Bij deze test wordt de kracht in het aangedane lichaamsdeel onderzocht door zowel links als rechts te testen. We nemen het voorbeeld van een verlamming in het linker been. Als de patiënt zijn linker been wil optillen, gaat dat moeilijk en is het been zwak. Vervolgens wordt het rechter been opgetild. De patiënt richt zijn aandacht sterk op het goede rechter been. Op dat moment spannen de spieren in het linker been ook opeens krachtig aan. Dat past bij een functionele verlamming. Deze test kan gebruikt worden om het aangedane been te trainen weer normaal te gaan bewegen.
3. Bij het onderzoek is er soms een verschil in kracht bij testen op de onderzoeksbank ten opzichte van staan en lopen. Tijdens de testen op de onderzoeksbank is er minder kracht dan bij staan en lopen.
Functionele verlamming ontstaat door verschillende oorzaken. Vaak bestaan er naast de symptomen ook gevoelens van frustratie, bezorgdheid en een bedrukte stemming, maar die zijn meestal niet de oorzaak van de symptomen.
Functionele verlamming kan ontstaan:
1. Na schade of pijn. Na lichamelijk letsel (bijvoorbeeld door een verkeersongeluk) is het lichaam meer kwetsbaar voor het krijgen van functionele symptomen.
2. Na een lang of ernstig ziekzijn. Functionele verlamming komt vaak voor bij patiënten die veel last hebben van vermoeidheid.
3. Na narcose (in slaap zijn tijdens een operatie)
4. Na een periode van dissociatie/paniek aanvallen. Een combinatie met symptomen als een licht gevoel in het hoofd, dissociatie (het gevoel dat dingen om u heen of uzelf ver weg zijn, een drukkend gevoel op de borst.
5. Zonder duidelijke aanleiding.
Heeft u vertrouwen in de diagnose?
Het is heel belangrijk dat u het eens bent met de gestelde diagnose. Als u denkt dat de diagnose misschien niet klopt, is het moeilijk om de voorgestelde oefeningen vol te houden en helpt behandeling ook minder goed.
Als u geen vertrouwen hebt in de diagnose, is het goed om na te denken over de manier waarop de diagnose is gesteld. U moet voldoen aan een aantal punten van de beschrijving hierboven. Als dat zo is, waarom twijfelt u dan toch over de diagnose?
Misschien heeft het er mee te maken dat uw arts heeft geopperd dat de klachten te maken kunnen hebben met stress of vervelende gebeurtenissen in het verleden. In dat geval is er waarschijnlijk sprake van een misverstand. We weten dat een deel van de patiënten met functionele verlamming stressvolle gebeurtenissen heeft meegemaakt. Deze gebeurtenissen hebben soms te maken met het ontstaan van de klachten. Maar, bij een groot deel van de patiënten is dat niet zo. Om te bepalen of u een functionele bewegingsstoornis heeft, wordt er niet gelet op stress of levenservaringen. Dat is niet relevant voor het stellen van de diagnose.
Patiënten met een functionele verlamming van het been trekken soms hun been achter zich aan bij het lopen.
Het Teken van Hoover is een test die gedaan kan worden tijdens het neurologisch onderzoek, in liggende of zittende positie. Er wordt gekeken naar de activiteit van de spieren in het aangedane (verlamde) been, als de patiënt de aandacht richt op het gezonde been. Dit teken kan worden gebruikt voor de diagnose functionele verlamming.