Sensibele stoornissen

Functionele gevoelsstoornissen of sensibele stoornissen kunnen bestaan uit minder gevoel, meer gevoel of tintelingen in het lichaam. Deze stoornissen ontstaan door dat het zenuwstelsel niet goed werkt. Er is geen sprake van schade of een ontsteking van het zenuwstelsel.

De volgende klachten komen voor:

1. Een veranderd gevoel in één lichaamshelft, waarbij meestal een arm, een been en het gezicht aan één kant van het lichaam zijn aangedaan.

2. Het gevoel dat een arm of been geen onderdeel is van het lichaam.

3. Tintelingen.

4. Wazig zien en dubbelzien.

Verlamming komt vaak voor bij gevoelsstoornissen, vaak aan dezelfde kant van het lichaam.

Voor patiënten en artsen kunnen de symptomen alarmerend zijn: ze lijken op symptomen van een herseninfarct of MS. Maar deze symptomen zijn geen gevolg van schade of een  ontsteking. Onderdelen van het zenuwstelsel werken niet goed samen, waardoor de verwerking van informatie in de hersenen niet goed gaat.

Afbeelding 2

Vaak hebben patiënten gevoelsstoornissen aan één kant van het lichaam.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Een neuroloog stelt de diagnose. Dat kan door middel van het stellen van de juiste vragen en het lichamelijke onderzoek. Hierbij let de neuroloog op de aanwezigheid van typische kenmerken die passen bij een functionele gevoelsstoornis.

De neuroloog doet soms verder onderzoek in de vorm van een MRI-scan of zenuwgeleidingsonderzoek.

Hoe ontstaan functionele gevoelsstoornissen?

Er zijn verschillende aanleidingen voor het ontstaan van functionele gevoelsstoornissen:

1. Na lichamelijk letsel of pijn.

Mensen lijken vooral kwetsbaar te zijn voor functionele gevoelsstoornissen na lichamelijk letsel of na veel pijn. Bij chronische pijn en het complex regionaal pijnsyndroom komen dan ook vaak gevoelsstoornissen voor.

2. Bij hyperventilatie.

De gevoelsklachten komen vaak samen voor met duizeligheid en kortademigheid. Uit onderzoek is gebleken dat gezonde mensen die gevraagd werden snel en oppervlakkig te ademen (hyperventileren) gevoelsstoornissen kregen. Meestal bestonden de klachten uit tintelingen in de vingers en rond de mond, maar een verminderd gevoel kon ook ontstaan.

3. Na ziekte met veel vermoeidheid en bedrust.

Bij sommige mensen kan teveel rust de symptomen veroorzaken. 

4. Na een periode van dissociatie / paniek.

Functionele gevoelsstoornissen komen vaak samen voor met een licht gevoel in het hoofd en dissociatie (lees hier). Soms zijn deze episodes heel beangstigend, vooral als ze plotseling ontstaan. Daarna kan een paniekaanval volgen, waarbij opnieuw tintelingen of veranderd gevoel kan ontstaan (lees hier).

5. Bij migraine.

Mensen met migraine kunnen symptomen ondervinden van veranderde gevoelssensaties tijdens een hoofdpijnaanval. Deze gevoelsstoornissen kunnen na de aanval blijven bestaan.

6. Geen duidelijke aanleiding.

Er is niet altijd een duidelijke aanleiding voor de symptomen te vinden. Net als bij migraine kunnen de symptomen zonder aanleiding ontstaan.

Visuele (zicht) klachten

Symptomen die te maken hebben met het zicht kunnen functioneel zijn. De volgende symptomen zijn veelvoorkomend: 

Wazig zicht

Patiënten klagen dat het zien soms wazig is. Soms is er ook dubbelzien. Dit symptoom is het gevolg van spasme in de oogspieren, waarbij één oog naar binnen gedraaid staat, richting de neus. De ogen staan dus tijdelijk niet dezelfde kant op, waardoor het zicht wazig wordt. Het is een normale oogbeweging, die in dit geval overactief is. 

Licht overgevoeligheid (fotofobie)

Dit komt vrij veel voor bij functionele verlamming, gevoelsstoornissen, functionele dissociatieve aanvallen en bewegingsstoornissen. De overgevoeligheid voor licht is vaak eenzijdig, aan dezelfde kant als de verlamming. Soms verergert fel licht de functionele bewegingsstoornis.

Een zonnebril opzetten is een logische reactie. Maar het probleem daarvan is dat de ogen veel gevoeliger worden voor licht. De ogen worden dan afhankelijk van de zonnebril. Het is beter de ogen stap voor stap te laten wennen aan steeds wat meer licht.

Verminderd zicht

Minder vaak voorkomend zijn klachten van verminderd zicht in één of beide ogen. Soms  is er totale blindheid. Hierbij kan worden vastgesteld dat er functionele blindheid is, omdat de ogen normaal reageren op licht en op beweging.

Bij functionele visuele symptomen komt het voor dat patiënten tunnelvisie hebben; het zicht is beperkt tot een tunnel. Dat is een specifiek kenmerk van een functionele stoornis. Bij onderzoek van de ogen is dit goed vast te stellen, door op verschillende afstanden het gezichtsveld te meten. Zie figuur 1 hieronder.

Afbeelding 5

Figuur 1. Tunnelvormig zien, zoals in dit plaatje is te zien, is een teken van functionele visuele symptomen.  Tijdens het onderzoek blijkt dat op iedere afstand dezelfde afwijking gevonden wordt, iets wat niet goed verklaard kan worden vanuit de oogheelkunde, maar past bij functionele symptomen.

Vlekjes zien

Patiënten kunnen sneeuwachtige effecten zien. Dat kan het gevolg zijn van een oog- of hersenaandoening, maar komt ook zonder verklaring voor. Iedereen die naar een helder oppervlak kijkt, ziet zwarte vlekjes of puntjes in het gezichtsveld bewegen. Sommige mensen valt dit meer op dan anderen. Om de aandacht voor de vlekjes te verminderen helpt het te weten dat de vlekjes weinig te betekenen hebben.

Een vergelijkbaar fenomeen is het als het ware 'vasthouden' van beelden. Als iemand lang naar een bepaald beeld kijkt, en vervolgens wegkijkt, blijven de beelden nog even aanwezig. Ook hierbij moeten oogheelkundige en structurele neurologische oorzaken uitgesloten worden. Het functionele symptoom is vergelijkbaar met vlekjes zien: de hersenen filteren niet goed wat belangrijk is en wat niet, waardoor er teveel aandacht is voor beelden die overbodig zijn.

Afb 7: Gevoels- en visusproblemen
© Al het materiaal op deze website staat onder copyright en mag zonder toestemming niet gekopieerd en gebruikt worden.