Er zijn een aantal typische kenmerken van functionele stoornissen. Niet al deze kenmerken gelden voor iedere patiënt, maar veel patiënten zullen wel een enkele van de onderstaande kenmerken herkennen.
Gevoeliger voor prikkels
Het lijkt zo te zijn dat een groot deel van de patiënten met functionele symptomen gevoeliger is voor prikkels. Prikkels van buitenaf, of vanuit het lichaam, worden door de hersenen heviger ingeschat en dus ook heviger gevoeld. Het is alsof de grens in de hersenen voor het oppikken van signalen verkeerd staat afgesteld en de volumeknop te hoog. Dit wordt ook wel hypersensibilisatie genoemd. ‘Hyper’ staat voor te veel, en sensibilisatie voor gevoelig zijn of maken. Het lichaam is als het ware 'te gevoelig voor prikkels'. Dit verschijnsel varieert tussen patiënten. Soms is het lichaam alleen gevoelig voor bepaalde prikkels. Mensen met functionele gelaatsspasmen hebben bijvoorbeeld soms alleen last van het licht. Het lichaam reageert in dat geval te sterk op een normale prikkel.
Aandacht en afleiding
Functionele stoornissen worden vaak erger als de patiënt er aandacht voor heeft. Bewuste bewegingen waar focus op gelegd wordt gaan niet goed, terwijl automatische bewegingen juist wel goed gaan. Als een patiënt heel erg zijn best doet om de klachten tegen te houden, worden ze erger. Iemand met een verlamming heeft bijvoorbeeld extra veel zwakte als zij probeert de benen op te tillen. Ook bij rustig zitten en niets bijzonders doen worden de klachten heftiger. De klachten zijn vaak minder hevig of zelfs afwezig als de patiënt afgeleid is door een andere activiteit. Dit gegeven kan ingezet worden bij de behandeling. Het is overigens niet zo dat de klachten nooit voorkomen als iemand ergens geconcentreerd bezig is.
Meerdere symptomen
Mensen met een functionele stoornis hebben soms, maar niet altijd, meerdere functionele symptomen. Ze hebben bijvoorbeeld zowel last van een bewegingsprobleem, als van een veranderd gevoel of tintelingen. Ook hebben veel patiënten verminderde concentratie of vermoeidheidsklachten. Daarnaast hebben patiënten vaak in het verleden al eens klachten gehad, die medisch niet goed verklaard konden worden. Aandoeningen als fibromyalgie, chronische vermoeidheid en prikkelbare darmsyndroom komen vaker voor bij patiënten met een functionele stoornis.
Functionele stoornissen kunnen ook naast een andere aandoening voorkomen. Zo hebben patiënten met epilepsie soms ook aanvallen waarbij geen afwijkingen op een hersenfilmpje (EEG) worden gevonden of hebben sommige patienten die verlamd zijn geworden na een herseninfarct ook last van trillingen die niet door de hersenschade veroorzaakt worden. In dit soort gevallen kan het daardoor moeilijker zijn om de diagnose functionele stoornissen te stellen.
Wisselende klachten
De klachten zijn vaak niet continu in dezelfde mate aanwezig. Bij sommige patiënten zijn de klachten er overdag, maar wisselt de ernst van de klachten (bijvoorbeeld pijnklachten die vooral ’s avonds heftig zijn, of vermoeidheid in de ochtend). Bij anderen zijn er periodes op een dag waarop de klachten helemaal weg zijn. Weer andere patiënten is het opgevallen dat de klachten in weken tot maanden sterk veranderen.