Voordat u deze pagina leest, is het belangrijk eerst bij uw dokter na te gaan of u inderdaad de diagnose functionele valaanvallen heeft.
Als u de diagnose drop attacks of onverklaarde valneiging heeft, dan zou het goed kunnen dat de informatie op u van toepassing is.
Als u valt door een bekende oorzaak, zoals een hartritmestoornis of epilepsie, dan is deze pagina niet voor u bestemd.
Bij een valaanval (vaak wordt de Engelse term 'drop attack' gebruikt) valt iemand plotseling op de grond, zonder het bewustzijn te verliezen. Meestal gebeurt het tijdens lopen of staan, zonder enige waarschuwing. Valaanvallen zijn beangstigend en vaak veroorzaken ze letsel, zoals blauwe plekken of wonden aan de knieën, armen of het gezicht. Meer dan 90% van de valaanvallen komt voor bij vrouwen; het is niet bekend waarom dat zo is.
Er zijn verschillende oorzaken voor plotseling vallen zoals struikelen, lage bloeddruk en epilepsie. Vaak, met name onder de leeftijd van 65, zijn de valpartijen onderdeel van functionele symptomen.
Mensen die valaanvallen hebben, herkennen vaak deze situaties:
'Ik liep gewoon, ik deed eigenlijk niets bijzonders'.
'Er was geen reden voor'.
'De ene minuut stond ik nog rechtop en de volgende lag ik op de grond, ik geloof niet dat ik mijn bewustzijn heb verloren'.
'Ik kon snel weer opstaan'.
'Ik bezeer mezelf steeds'.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Meestal volgen (functionele) valaanvallen een heel karakteristiek patroon. Als iemand bovenstaande situaties herkent, is er weinig kans dat er iets anders aan de hand kan zijn.
Kan ik ernstig verwond raken?
Verwondingen zijn een onderdeel van functionele valaanvallen. Gebroken botten en tanden komen voor, maar levensgevaarlijke verwondingen niet. Dat is anders dan in epilepsie of flauwvallen, waar ernstige ongelukken helaas soms voorkomen.
Valaanvallen veroorzaken vaak veel blauwe plekken en schaafwonden.
Dank voor Nicola die toestemming gegeven heeft haar foto te gebruiken.
Dit is een voorbeeld van een serie gebeurtenissen die kan lijden tot een functionele valaanval:
1.De persoon struikelt of valt flauw en schrikt hier erg van, waardoor er een versterkte gevoeligheid en angst voor vallen ontstaat
2.Zij krijgt een aanval van dissociatie terwijl ze loopt of stilstaat, wat zorgt voor een tweede val, dit keer is er sprake van een ‘functionele valaanval’. Dat leidt – niet verwonderlijk – tot meer bezorgdheid
3.Het zenuwstelsel en lichaam van deze persoon zijn nu zo afgesteld (ook wel ‘geprimed’) dat er valaanvallen kunnen ontstaan zonder aanleiding. Elke keer dat iemand valt, wordt het een beetje meer een gewoonte van het zenuwstelsel. Het wordt als het ware onderdeel van de ‘normale’ situatie.
4.De persoon met functionele valaanvallen ontwikkelt vervolgens vaak angst om in de toekomst weer te vallen. Dit zorgt ervoor dat er een grotere kans is dat er ook echt valpartijen zullen volgen. Het is niet zo dat de patiënt constant bang is om te vallen, maar wel dat zij bang is voor de consequenties van een mogelijke val. Dit veroorzaakt helaas in sommige patiënten een versterkte neiging om te vallen.
Waarom ontstaan functionele valaanvallen?
We weten nog weinig over valaanvallen. Het symptoom lijkt erg op een functionele stoornis om verschillende redenen. Patiënten met dissociatieve aanvallen ontwikkelen soms functionele valaanvallen en andersom. Patiënten met een functionele verlamming beschrijven soms precies dezelfde valaanvallen. Veel patiënten die valaanvallen hebben, voelen zich vreemd als ze weer opstaan, dat noemen we dissociatie en past ook bij functionele stoornissen. Sommige patiënten hebben alleen valaanvallen als ze buitenshuis zijn. Als de aanvallen een onderdeel waren van een hartaandoening of epilepsie, zouden ze overal voorkomen.
Wat is de behandeling?
De diagnose begrijpen
Het is erg genoeg om functionele valaanvallen te hebben zonder ook nog bang te zijn over de oorzaak daarvan. Begrip van de diagnose is een goed begin. Functionele valaanvallen lijken niet op andere medische aandoeningen, en zijn dan ook direct te herkennen door een ervaren neuroloog.
Probeer de waarschuwingssymptomen te herkennen
Soms lukt het patiënten om bepaalde symptomen die voorafgaan aan de aanval te leren herkennen. Dit zijn symptomen van dissociatie of symptomen passend bij een verhoogde alertheid van het lichaam, zoals hartkloppingen of zweten. Als u dit soort symptomen ondervindt, zelfs als ze maar heel kort duren, kan dat helpen de aanvallen tegen te gaan. Als het lukt om de periode voorafgaand aan de aanval zo lang te rekken dat u kunt gaan zitten, kunt u de valaanval voorkomen.
Als u geen waarschuwingssymptomen ondervindt
Soms hebben patiënten het zelf niet bemerkt, maar hebben vrienden, collega’s of familieleden wel opgemerkt dat er bepaalde dingen voorafgaan aan de val. Zij merken bijvoorbeeld dat u bleek of stil wordt of eruitziet alsof u even in een andere wereld bent met een vage uitdrukking op uw gezicht. Vraag de mensen om u heen of ze u willen waarschuwen als ze dit soort verschijnselen bij u opmerken. U kunt zo leren de voortekenen van de valaanval te herkennen, en op tijd te gaan zitten zodat u niet valt.
Als angst voor de valaanvallen het leven van de patiënt domineren
De angst om een aanval te krijgen kan aanvallen uitlokken, waardoor een neerwaartse spiraal ontstaat. Het kan helpen om hier open over te praten met een arts of psycholoog. Een psycholoog gebruikt dan mogelijk dezelfde aanpak als bij paniekaanvallen, ook al zijn de klachten anders.
Als niets van het bovenstaande het geval is
In de meerderheid van de gevallen zijn er geen waarschuwingssymptomen, kunnen anderen die ook niet ontdekken en komen de aanvallen zowel thuis als buitenshuis voor.
Zelfs als patiënten al het bovenstaande geprobeerd hebben, worden de klachten niet beter. Het vallen is teveel een gewoonte geworden in het zenuwstelsel.
In die situatie is het belangrijk om te proberen te leren leven met de aandoening. Dat is niet zo maar wat, maar acceptatie van het probleem kan wel helpen om verder te kunnen gaan met die dingen in het leven die het belangrijkste zijn. Veel mensen kunnen blijven werken en een sociaal leven onderhouden terwijl ze functionele valaanvallen hebben.